LADDERS
/ TRAPPEN STEIGERS & TRAPPEN
Ladder veiligheid
1. Controleer dat de voeten contact hebben
met de bodem.
2. Probeer de ladder te positioneren met de
treden richting het werk.
3. Gebruik de bovenste drie treden niet,
tenzij de ladder beschikt over een
geschikte beugel.
4. Beklim een enkel oploopbare ladder maar
aan één zijde. Sta nooit op het achterrek.
Ladders, in tegenstelling tot trappen, zijn
minder geschikt voor werken op hoogte. Een
ladder zou alleen gebruikt moeten worden
om de werklocatie te bereiken. Als ze toch
als werkplaats gebruikt worden, dan alleen
voor licht werk van korte duur. Boels raadt
het gebruik van een anti-slipmat aan om
wegschuiven te voorkomen.
Antislip-mat
Het positioneren van de ladder:
• Leg de ladder plat op de grond en schuif
hem uit tot de benodigde lengte. Til de
ladder daarna in de gewenste positie.
Houd rekening met potentiële obstakels.
• Controleer dat alle voeten op een schone,
rechte en stevige ondergrond
staan.
• Zorg ervoor dat de ladder in
de goede hoek wordt gepositio -
neerd. De goede verhouding
is 1 tot 4 (75 graden).
Zie tekening.
• Zorg ervoor dat de ladder
op de goede hoogte is
afgesteld, gebruik nooit
blokken of stenen om
extra hoogte te
bereiken.
Gebruik GEEN ladder:
• Waar deze kan worden geraakt door een
deur of raam, tenzij deze kunnen worden
afgesloten.
• Waar deze geraakt kan worden door een
passerend voertuig.
• Binnen 6 meter van een hoogspanningskabel,
tenzij deze tijdelijk buiten werking
is gesteld.
• Op hellingen, met name wanneer de
ondergrond nat is.
• Voor het dragen van zware of lompe
objecten. Draag nooit lasten zwaarder
dan 25 kg – meer dan 10 kg moet
voorkomen worden waar mogelijk.
• Bij hoge windsnelheden.
1 m
4 m
Veilig
werken
op een
ladder
NL 0900-0551 (lokaal tarief) BE 070-23 23 24 (€ 0,30 p.m.) boels.com
86
/boels.com